zondag 31 juli 2011

Vandaag sniksnik


Sniksniksnik, vanmiddag keren we weer terug naar het noorden, het werk roept. Op de trap staan de laatste restanten van een zondig leven. In de poubelle ermee. Naar de déchetterie ermee.

zaterdag 30 juli 2011

Hospitalis de Sancto Pomponio





Meerdere gebouwen in Saint-Pompon getuigen van een rijke historie. Kijk maar eens naar het ziekenhuis uit de dertiende eeuw. Hospitalis de Sancto Pomponio wordt in diverse geschriften genoemd, voor het eerst in een testament uit 1269. Het ziekenhuis, onder controle van de monniken van Cadouin, bestond uit twee grote zalen (1e en 2e etage). Op de voorgevel is een zonnewijzer uit 1784 te zien. De dakpartij is monumentaal, van binnen lijkt het een omgekeerd schip.
Gezien de onvoorstelbare armoede, epidemieën, onhygiëne en het eenzijdig dieet (kastanjes) zal het er vroeger druk zijn geweest.

Het gebouw is ernstig vervallen, er woont slechts een familie verwilderde katten en kwajongens stoken er een vuurtje. Jammer. Waarom doet Bâtiments de France hier niets aan?

Het gebouw, eigendom van schilder Herdin, staat op marktplaats.nl te koop voor het luttele bedrag van 50.000 euro. Maar denk erom, om het bewoonbaar te maken, zult u minstens een ton kwijt zijn. Maar ja, dan woon je wel in een 13e eeuws ziekenhuis en dat kan niet iedereen zeggen...

donderdag 28 juli 2011

Humor verboden



Gisteren was het rommelmarkt in Saint-Pompon. Om onze stand wat op te fleuren, had ik een kapotte tuinstoel voorzien van een tekst die aangaf dat dit de stoel van Napoléon Bonaparte was. De prijs die ik voor de stoel vroeg, was dan ook aan de pittige kant. Dat gold ook voor mijn oude pantoffels die ik aanbood als geweest zijnde van Lodewijk de veertiende.
Wat bleek? De Fransen konden daar bepaald niet mee lachen. Het is gewoon een oude stoel, zeiden ze. Het zijn gewoon oude pantoffels, opperden ze. De prijzen waren véél te hoog, beweerden ze. Was die stoel wel van Napoléon, vroegen ze. Volgens een pientere passant kon de stoel onmogelijk van Napoléon zijn omdat er schroefjes in zaten van een latere datum. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Al met al heb ik er gisteren heel wat last mee gehad. De mensen uit andere landen moesten op z'n minst glimlachen over de pantoffels en de stoel. Maar niet de Fransen! De zuurpruimen.

En toch was de vide-greniers voor ons een eclatant succes, onze omzet (chiffre d'affaires) was maar liefst twaalf maal die van vorig jaar. Niet dat het in euro's veel uitmaakt, twaalf maal nul is nog steeds ongeveer nul. Maar toch.

Plosteling, op een onbewaakt moment, fluisterde iemand uit het publiek: "Citroen!" Onmiddellijk had ik het routineuze antwoord paraat: "Komkommer!". Op deze merkwaardige manier maakte ik kennis met mijn collega-blogger Bas uit Marminiac waarover ik u vorige week berichtte.

dinsdag 26 juli 2011

Laatste klusje geklaard


Hopla, alweer een klusje geklaard. Onze garage, die als een apart gebouwtje links van ons huis ligt, was vroeger eigendom van de baron. Hij gebruikte het alleen 's zondags, om zijn koets te stallen bij zijn kerkbezoek. Na de tweede wereldoorlog heeft iemand er een verdieping opgezet om er een naaiatelier in te vestigen. Dat is nu onze slaapkamer, heel groot en met een prachtige kastanje parketvloer uit die tijd. Helaas zijn de buitenmuren bezet met een betonachtig materiaal, het is onmogelijk om dat te verwijderen. Vandaar dat ik er voor heb gekozen om de muren te gaan bezetten op de ouderwetse kalk-manier. "Crépi à l'ancienne" noemt men dat. Dat wil ik in september gaan doen. Het voorbereidend werk was best wel zwaar: het beton rond de deur wegkappen en de oude balk weer tevoorschijn toveren. Dat klusje is nu geklaard en daarmee neem ik voorlopig afscheid van mijn bouwmaterialen en gereedschappen. Zondag is de vakantie afgelopen en rijd ik richting noorden, juist nu het prachtig weer is geworden. Terugblikkend heb ik deze zomer onvoorstelbaar veel kunnen doen en dat geeft een tevreden gevoel.

Morgen, woensdag, is er nog een belangrijke dag: de jaarlijkse vide-greniers, de rommel- en antiekmarkt van ons dorp. Eens kijken of we dit jaar onze omzet kunnen verdubbelen, vorig jaar zat er 14 euro in de kas. Aan mijn rommel zal het niet liggen, daar heb ik genoeg van...

Honinglolly



Hoewel me dat door de blogbeheerder elke dag gevraagd wordt, wil ik mijn blogs niet bezoedelen met reclameboodschappen, pop-ups of ander ongerief. Af en toe echter voel ik de behoefte om een producteur of marchand in het zonnetje te zetten. Zoals vandaag.
Bezoekt u op zaterdagavond de Marché Gourmand van Saint-Pompon, koop dan eens een lekkere pot honing van de familie Cavagne die altijd naast de telefooncel een standje heeft. Tevens kunt u daar voor de kinderen terecht voor een honinglolly die niet te versmaden is.

maandag 25 juli 2011

Een kleine overwinning



Als uitgever van culinaire boeken en tijdschriften voer ik in de lage landen al vele jaren strijd tegen de smaakverloedering. Vroeger was dat een strijd tegen windmolens, de laatste jaren krijg ik gelukkig steeds meer medestanders. Ik vind dat het gedaan moet zijn met de veelal chemische rotzooi waarmee onze voeding "op smaak" wordt gebracht. Dat ik inmiddels al heel wat heb bereikt, blijkt onder andere uit het feit dat een voedingsgigant als Unilever de overschakeling maakt naar pure grondstoffen, zonder smaakversterkers en onnatuurlijke ingrediënten. Ik voerde daar met de reus vele gesprekken over. In onze Franstalige uitgaves heb ik die strijd nooit hoeven voeren, simpelweg omdat de Fransen van huis uit begrijpen dat je met je eten niet moet rommelen. Er is echter één grote uitzondering en daar richt ik voortdurend mijn pijlen op: chemisch truffelaroma. Het is door die rommel al zover gekomen dat bijna niemand meer weet hoe een echte truffel smaakt.

Het begon allemaal in Italië, waar men ontdekte dat je één van de vele smaakmoleculen van truffel eenvoudig uit afval van de petrochemische industrie kunt halen. Wat de Italianen daarmee doen, heb ik al diverse keren met eigen ogen gezien. Chinese truffels (die uiterlijk veel op de Périgord truffel lijken maar totaal geen smaak hebben) worden in China gekocht voor 12 euro per kilo. Dankzij het truffelaroma kunnen ze die Chinese knolletjes verkopen voor een kiloprijs van 1200 euro. Nu lopen er niet alleen in Italië crimineeltjes rond, ook in Frankrijk en ook in de Périgord. Ik ken één bekende truffelwinkelier in de buurt die voor zijn gemanipuleer al enkele malen in de gevangenis zat. Dus... koopt u truffels, dan zouden dat best wel eens opgepepte Chinese aardappelen kunnen zijn.

Wat u nooit maar dan ook NOOIT moet kopen, is truffelolie. Daar zit namelijk geen gram natuurlijks in, hoe luxe en hoe duur de flesjes ook mogen zijn. Truffelolie is pure chemie, je ruikt het spul al op afstand.

Het truffelaroma wordt niet alleen gebruikt door truffelcrimineeltjes, ook anderen hebben die troep ontdekt. Zo is er in de Périgord een firma die aperitiefdrankjes op de markt brengt, één van zijn producten heet Apéritif à la Truffe. Volstrekt chemische troep. Ik kon en wilde niet accepteren dat dit spul mijn authentieke dorpje Saint-Pompon besmet. In ons dorpscafé Chez Bruno was het truffelaperitief te koop. Ik heb Bruno de achtergronden uitgelegd en vervolgens hebben we de fles samen leeggegoten. Het was vervolgens aan mij om een viltstift te pakken en het woord "truffe" fanatiek door de krassen. Ik besef het, binnen een wereldwijde strijd is dit een overwinning van weinig betekenis. Maar toch is alweer één dorpje van de ondergang gered. Mijn dorpje.

zondag 24 juli 2011

Gekkebekkenconcours



Gisterenavond, op de Marché Gourmand in Saint-Pompon, was er volop animatie. Niet alleen de DJ en een vuurspuwer deden hun best, ook werd er een gekkebekkenconcours gehouden. Op de eerste plaats eindigden ex aequo enkele Nederlandse toeristenmeisjes waarvan de namen me ontschoten zijn. Volgend jaar zullen deze twee hun titel moeten verdedigen.

zaterdag 23 juli 2011

De Engelsen


In heel Frankrijk vormen de Engelsen een groep apart. Dankzij hun sterke pond destijds konden ze met de overwaarde van hun Engelse huis een leuk Frans stulpje kopen. Hun pensioen of spaargeld had in Frankrijk een veel hogere koopkracht dan aan de overzijde van the Channel. Het wemelt ervan. Ik ken in en rond mijn dorpje diverse Engelsen die hier al tien, twintig of méér jaar wonen, het is opmerkelijk dat geen van hen één woord Frans spreekt. Of het moet bij hoge uitzondering op de Fransman lijken die Engels spreekt: je verstaat er absoluut niets van. Ik denk dat Engelsen te veel tanden hebben om Frans te kunnen spreken. Engelsen hokken allemaal bij elkaar, ze vormen een volstrekt eigen gemeenschap. In ons dorp komen ze elke vrijdagmiddag bij elkaar en praten dan in allerlei dialecten die ze merkwaardigerwijze van elkaar lijken te verstaan, van Northumberlands tot Cockney en van naäap-landlords tot Landsends.
Van de Engelsen hoor ik vaak dat ze spijt hebben dat het land niet op tijd in de Euro is gestapt. Enkele jaren geleden maakte het pond een vrije val, waardoor de English in Frankrijk ineens arm werden. Velen zijn weer naar Engeland vertrokken, hun huizen staan te koop. Degenen die hier gebleven zijn, hebben meestal wat avonturiersbloed in zich en moeten weer werken voor de kost. Ze richten een knutselbedrijfje op, handelen in oud ijzer of willen het gras voor je maaien en je zwembad onderhouden.

Het wil wel zeggen dat er momenteel een overvloed aan huizen te koop staat. Helaas zijn die meestal veel te duur en bovendien op Engelse wijze verbouwd. Dat wil bijvoorbeeld zeggen dat ze plastic ramen en deuren hebben en dat in de woonkamer een Engelse schoorsteen is gemetseld. Het beste wat je dan kunt doen, is de pin uit een handgranaat trekken en het projectiel naar binnen gooien.

Dat veel Engelsen zijn opgestapt, vind ik eigenlijk wel jammer. Ze zijn namelijk altijd vriendelijk, uitbundig en open, ze genieten van het leven en zijn oprecht geïonteresseerd in anderen, iets waar je de Fransen moeilijk op kunt betrappen. Voor mij vormen de Britten echt wel een meerwaarde in ons dorp.

Het massale vertek levert echter enkele voordelen op. Zo zijn er veel minder hondjes en dat vind ik wel tof. Bovendien is de Périgord met het vertrek van vele Engelsen een beetje verlost van nóg een plaag. De Engelse dametjes met strohoedjes die in zichzelf het talent ontdekten om naïeve landschapjes te schilderen, om potten te bakken met klaproosjes erop, of om te macrameën per vierkante meter, die zitten weer aan de andere kant van de plas. De souvenirs die de toeristen kopen, zijn niet meer van Engelse makelij, doch onvervalst Chinees. Tot en met de truffels.

woensdag 20 juli 2011

CITROEN EN KOMKOMMER

Vanmiddag was mijn oudste kleindochter Cleo (7) bij ons en daarbij ontstond een onverwacht groot probleem. Het had te maken met twee zeer gewaardeerde wonderen der natuur, de één ovaal en geel, de ander groen en langwerpig.

Mijn grote geheim
Wie wist ervan? Eigenlijk bijna niemand. Carine wist het uiteraard, ik kon het onmogelijk al die jaren voor haar verborgen houden. En mijn dochter Nathalie wist het. Dat komt omdat ze me ooit betrapte. Ze beloofde me toen plechtig om er nooit met iemand over te praten. Dat is inmiddels alweer twintig jaar geleden en inderdaad heeft ze er nooit over gesproken, zelfs niet met Geert.
Van alle geheimen die ik met me meedraag, is dit het grootste geheim. Ik kan me niet voorstellen dat buiten Carine en Nathalie iemand mijn geheim kent. Daar is nu verandering in gekomen omdat ik mijn mond voorbij praatte op een onbewaakt moment. Voortaan kent ook mijn kleindochter Cleo mijn geheim. Het wordt tijd voor mijn coming out en dan doe ik dan ook maar meteen voor de hele wereld.

Dat ik mijn mond voorbij praatte tegen Cleo dat kwam omdat zij een woord zei. Ze zei "Citroen!" Daarop antwoordde ik spontaan en zonder er bij na te denken "Komkommer!" Tsja, toen moest ik wel uitleggen waarom ik plotseling "Komkommer" zei. Kijk, het zit namelijk zo. Bij onze geheime dienst zijn de woorden "Citroen!" en "Komkommer!" het wachtwoord. Als twee geheim agenten elkaar tegenkomen, zegt de eerste "Ctroen!" De tweede antwoordt dan "Komkommer". Alleen op die manier weet je écht van elkaar dat je geheim agent bent. En dat is mijn grote geheim: Ik ben geheim agent. Cleo wilde me niet geloven en toen heb ik haar al mijn attributen laten zien. Zoals mijn blauwe button.



Waarom is mijn blauwe button blauw? Dat is een kleur die niemand verwacht. Stel dat ik een zwarte button zou dragen... dan zou iedereen meteen vermoeden dat ik een geheim agent ben. Daarom is de button blauw. "Opa, op de button staat helemaal niets", zei Cleo. Allicht niet. Op een geheime button moet je juist helemaal niets kunnen zien, want anders is hij niet geheim.
Het tweede attribuut dat ik Cleo liet zien, was mijn hele kleine verrekijker. Cleo kon er niets door zien en dacht daarom dat de verrekijker nep was. Maar hij is echt niet nep! Alleen geheime agenten kunnen erdoor kijken met hun geheime oog.
Het derde wat ik haar liet zien, is uiteraard mijn krab, mensen uit het vak weten waarom. Geloof me op mijn erewoord, serieuze geheim agenten zonder krabben bestaan niet. Elke geheim agent heeft er standaard eentje op zak. Wat ik met die krab doe, mag ik tegen niemand zeggen. Het is een enorm geheim.


Mijn onzichtbare jas

Maar Cleo was na het zien van de button (die wij geheim agenten "de blauwe knoop" noemen), de verrekijker en de krab nog niet overtuigd. Ze dacht nog steeds dat ik haar voor de gek hield. Dus heb ik ook mijn andere geheime dingen laten zien. Zoals mijn geheime telefoon en mijn onzichtbare jas. Die jas kun je niet zien, behalve als je geheim agent bent. Ikzelf kan die jas dus wel zien, ik weet dat hij heel lang en heel mooi is. Andere mensen kunnen hem helemaal niet zien en zelfs niet voelen. Wanneer hij aan de kapstok hangt, zou je denken dat er helemaal niets aan de kapstok hangt. Maar schijn bedriegt! Mijn onzichtbare jas doe ik aan als ik een hele geheime missie heb. Niemand mag me dan zien, want anders zou het geen geheim zijn.


Hoed en sluipers

Voor mijn gewone geheime werk heb ik een zwarte jas, zwarte schoenen en een zwarte hoed. Maar er zijn ook gevallen dat niemand mij mag horen. Daarvoor heb ik mijn zwarte sluipers die heel zacht zijn. Als ik daar op loop, hoort niemand mij. Zelfs andere geheim agenten horen mij dan niet sluipen. Wanneer ik een hééél geheime missie heb, doe ik soms wel mijn zwarte sluipers PLUS mijn onzichtbare jas aan. In die super combinatie kan niemand mij zien, maar ook niet horen. Het lijkt dan net of ik er niet ben. Maar ik ben er wel !!!

Als ik naar mijn geheime werk ga, doe ik dat heel voorzichtig, zonder iemand wakker te maken. Want anders zou het niet geheim zijn. Ik stap dan in mijn geheime zwarte auto en start de moter heel stilletjes. Daarna rijd ik heel zachtjes weg. Ik mag niet verklappen waar ik dan naartoe ga, want dat is een groot geheim. Het kan gebeuren dat ik op straat iemand tegenkom met een zwarte jas en zwarte hoed, met een blauwe knoop. Ik ga dan naar hem toe en zeg: "Citroen!". Als hij "Komkommer!" terug zegt, weet ik dat hij ook een geheim agent is. we geven elkaar dan de linkerhand. Maar als hij niets terug zegt... tsja dan weet ik dat hij een doodgewone man is met een zwarte hoed en een zwarte jas. Die blauwe knoop kan ook toevallig zijn, je weet maar nooit. Vandaar dat wij geheim agenten "Citroen!" en "Komkommer!" tegen elkaar zeggen. Gelukkig maar.

Schrijven geheim agenten ook bekeuringen? Nee, dat doen wij nooit. Wat we wèl doen, blijft geheim. Zelfs Carine, Nathalie en Cleo weten niet wat ik precies doe. Ze weten dat ik geheim agent ben, maar zullen me uit respect voor mijn werk nooit om details vragen. Ze weten trouwens dat mijn lippen dan stijf op elkaar zouden blijven, ik los geen woord.

Het klein grut is gearriveerd


Vannacht zijn onze kleinkinderen in Saint-Pompon gearriveerd. Hier ziet u mijn jongste kleindochter Doris op de escalier.

Château Chinois



Vandaag op mijn andere blog:
Hoe probeert Bordeaux de Chinese wijnwereld te veroveren? En hoe reageren de Chinezen daarop?

dinsdag 19 juli 2011

De feestelijke inhuldiging


Monsieur le maire de Saint-Pompon

Gisterenavond was het dan zover: de feestelijke inhuldiging van ons balconnetje. Het halve dorp was aanwezig en de vele hapjes die Carine had klaargezet, waren al op voordat het echt begon. Nieuwe flessen moesten al snel worden aangerukt en van m'n zomervoorraad 'ti ponch bleef geen druppel over. Kortom, het werd een echt feest. Een grote rol was weggelegd voor schilder Herdin die niet alleen zijn doek Shakira presenteerde maar ook de Franstalige uitgave van zijn boek. Deze laatste werd aan burgemeester Thomas overhandigd, waarna de gitaar van stal werd gehaald. Echt waar, het werd een heuse jam session, want meerdere aanwezigen bleken over drum-, snaar- en zangtalent te beschikken. Ook onze piepjonge burgemeester speelde gitaar. Zijn chansons met snelle diepgaande teksten waren voor ons niet altijd te begrijpen. Om zeven uur, nét voordat het feest moest beginnen, was er nog een hevige stortbui, daarna bleef het kurkdroog tot middernacht. Hiervoor wil ik een speciaal dankwoordje richten tot Meteo France die dit voor ons regelde.


maandag 18 juli 2011

In afwachting van


Zoals ik u al eerder meldde, zal vanavond om 19.30u het grote moment zijn aangebroken dat ons nieuwe balconnetje wordt ingehuldigd. Omdat er een schilder bij betrokken is, noemen we het evenement een vernisage. Daarover later meer.
We hebben er veel werk van gemaakt, logisch als je beseft dat ook de burgemeester, een journalist van de SudOuest en een grote afvaardiging van de Engelse kolonie aanwezig zullen zijn. Gisteren al heeft Carine quiches gebakken en sausiesen gekocht. Crémant de Limoux, witte en rode wijn, 'ti ponch en zo meer staan koel, via Bruno hebben we een tap gehuurd. Op ons eigen pleintje hebben we tafels en banken opgesteld. Nu maar hopen dat het droog blijft.
Zelf heb ik een nieuwe bleu gekocht die ik straks zal aantrekken. Want dat is de traditie van deze streek: voor een feest koopt de boer een nieuwe bleu.
Wat vanavond tevens op het balconnetje gaat gebeuren, is de onthulling van het metersgrote schilderij dat Herdin voor zangeres Shakira maakte. Zij zal op het balcon staan terwijl Herdin haar met zijn gitaar een ode brengt. Hoe dan ook, regen of geen regen, het zal een plezante avond worden waarin alle eventuele ongemakken door middel van alcohol zullen worden weggewuifd. Morgen zal ik u resultaten uiteraard tonen, althans wanneer mijn kater niet àl te groot is.
In Saint-Pompon is iedereen altijd op zoek naar een excuus voor een feestje. Ditmaal kun je moeilijk van een excuus spreken, want hoe vaak gebeurt het dat er een nieuw balconnetje verschijnt?

Hoe gek is de eenzame fietser


Een gek. Dat is wat vele mensen van mij vinden als ik tijdens mijn vakantie achter de betonmolen sta. Wellicht hebben ze gelijk, ik heb echter dezelfde mening over hen. Want kijk eens rond je heen. Er zijn mensen die op vakantie een racefiets op hun auto binden. Zodra ze op de camping zijn, worden de bandjes nog eens opgepompt en gaan ze keihard fietsen. Dat lucht op, zo'n energiestoot. Helemaal kapot en bezweet komen ze na enkele uren weer bij hun tentje of sleurhut aan. Ook ik ben helemaal kapot en bezweet, in wezen doe ik precies hetzelfde. Het enige verschil is dat ik resultaat zie en de fietser niet. De fietser zit na twintig jaar nog steeds op een camping terwijl ik met dezelfde calorieën een eigen paleis heb gecreëerd. Wie is dan gek? Ik of de fietser? Enfin, iedereen denkt er maar van wat hij wil. Ik ben zeer tevreden als ik 's ochtends mijn 'bleu" kan aantrekken om er weer eens lekker tegenaan te gaan. Sinds ik half juni in Saint-Pompon arriveerde, ben ik ruim zes kilo kwijtgeraakt en dat is voor een culinair schrijver geen luxe.
Het is altijd plezierig om te weten dat je niet de enige gek bent. Zo kwam ik op het internet Bas Hogenboom tegen, een collega-blogger die in Marminiac bouwkundig aan het ploeteren is. Marminiac ligt vlakbij, net over de departementsgrens in de Lot. Bas en ik kennen elkaar niet, maar dat zal ooit wel veranderen als we mekaar par hazard tegenkomen in een bouwmaterialenhandel. Ach, weet u, eigenlijk wist ik altijd al dat ik niet de enige gek kon zijn. Elk dorp heeft zijn dorpsgek, of dat dorp nu Saint-Pompon of Marminiac heet. U vindt de wetenswaardigheden van mijn collega op http://marminiac.blogspot.com

zondag 17 juli 2011

On s'occupe de vous


Het is inmiddels zo'n acht of negen jaar geleden dat we bij de Franse aannemer een offerte aanvroegen voor de verbouwing. Zelf hadden we geen enkele ervaring met pierres, poutres, plâtre, tradifarge, hordies, génoises, tout à l'égoûts en al die snuisterijen meer. Al een week later kwam de aannemer zijn uitgebreide en zeer gedetailleerde offerte presenteren. We waren direct enthousiast want het zag er heel serieus uit en de prijs viel eigenlijk best wel mee. Meteen na de vakantie zou hij beginnen. Dat klopte ook, want toen wij in september terugkwamen, was de kelder uitgegraven en daarin een betonnen werkvloer gestort. Enfin, dat is nu dus zo'n acht jaar geleden, sindsdien heeft de aannemer zich niet meer laten zien. Hoewel, we komen hem regelmatig tegen, de wereld in de Périgord is klein. Soms ontmoeten we hem in de bouwmaterialenhandel. Soms zwaait hij onderweg naar ons, hij stopt dan om een praatje te maken. Elke keer opnieuw, nu al acht jaar aan een stuk, vertelt hij enthousiast dat hij weldra bij ons gaat beginnen. "On s'occupe de vous", zegt hij dan. Hij heeft de offerte met een punaise boven zijn bureau bevestigd ten teken dat het ernst is. Hij wacht alleen nog op enkele materialen. O ja, destijds hebben we hem een sleutel van ons huis gegeven, met een sleutelhanger in de vorm van een belletje. Dat was bedoeld als stille wenk. Die sleutel ligt paraat, zo zegt hij op vertrouwenwekkende toon.
Wat moet ik hem zeggen als ik de sympatieke man tegenkom? Dat ik inmiddels àlles zelf heb gedaan? Dat ik inmiddels huis nummer twee ook al heb verbouwd? Dat hij niet meer nodig is en dus de sleutel kan inleveren? Nee, dat zou een beetje pijnlijk zijn. Daarom laat ik hem telkens in de waan dat hij volgende week met de verbouwingen kan starten. Dat geeft hem en goed gevoel. Uiteindelijk is het allemaal onze eigen schuld: we hadden weliswaar een datum afgesproken, maar geen jaartal, ik besef het maar al te goed.
Als ik de offerte van destijds er nog eens op nasla, kom ik tot de conclusie dat ik met mijn eigen handen zo'n 40.000 euro heb bespaard. Niet alleen de aannemer heeft dus een goed gevoel, ook ik.

donderdag 14 juli 2011

Sur le balcon de Saint Pompon; on y danse


Het mannelijke deel van de plaatselijke bevolking loopt vanochtend zenuwachtig rond. Er wordt met tzfels en banken gesjouwd, de feestverlichting wordt getest. Het is namelijk de quatorze juillet en op deze gedenkwaardige dag van liberté, égalité en fraternité houdt elk zichzelf respecterend dorp een feestje. De eerste tekenen waren gisteren al te zien want toen werd zoals elk jaar een vrachtwagen van de lokale veevoederfabrikant opgesteld, de huif aan één zijde open. Dit wordt het podium van de muzikant. Ik verheug me vooral op vanavond vanwege hem. Het is een accordeonist die met zijn voeten allerlei lichteffecten bedient. Hij speelt gigantisch vals, maar wel gezellig. Omdat elk jaar precies hetzelfde is als de vorige jaren, weet ik precies wat er vanavond gaat gebeuren en dat maakt het extra spannend. Zoals een film die je al tien keer hebt gezien.

Heel tevreden ben ik over ons balconnetje dat nu helemaal klaar is. Echt een opera-balconnetje. Aanstaande maandag te 19.00 uur stipt zal de vernisage plaatsvinden. We nodigen de buurt en de burgemeester uit voor een drankje en een hapje terwijl de plaatselijke troubadour Herdin zijn gitaar zal laten klinken. Sur le balcon de Saint Pompon, on y danse, on y danse.

woensdag 13 juli 2011

De witte merel



In de lage landen kennen we ze niet meer: de boerenknechten. In heel Frankrijk bestaan ze nog wel degelijk. Het betekent dat een jongeman, meestal van boerenafkomst en zonder grote talenten, zich laat inhuren door een boer. De "domestique de ferme" is de klusjesman van de boer, hij geeft een paar extra handjes. Binnen de boerderij van zijn werkgever heeft hij een eigen appartement met bed, knuffelbeer en tv-toestel. De domestique blijft in regel zijn hele leven bij dezelfde baas werken, hij wordt een onmiskenbaar deel van het boerengezin. Hij ploegt, egt, zaait, raapt eieren, plukt druiven en repareert de tractor. Gelukkig maar, want de gemiddelde boerderij heeft echt wel zo iemand nodig. Er is echter één probleempje en dat is dat de knecht vrijwel altijd van het mannelijke geslacht is. Hij heeft dus hormonen en daarvoor zijn knuffelberen niet altijd een probaat middel. Vandaar dat er op het Franse platteland hier en daar bordeeltjes bestaan. Meestal zien ze eruit als een cafeetje en liggen ze wat afgelegen. Een terras hebben ze niet en de gordijnen zijn gesloten. Hier komen de domestiques van de regio aan hun trekken, meestal éénmaal per maand. Ook bij ons in de buurt is zo'n groezelig etablissementje gevestigd, met de veelbelovende naam Le Merle Blanc. Zie je een knecht vrolijk op de tractor rondrijden dan is hij zojuist bij de witte merel geweest of gaat hij er vanavond naartoe.

zondag 10 juli 2011

Enerverende tijden




De laatste weken ben ik allerlei klussen aan het doen die de kroon op het werk ofwel de kers op de taart moeten worden: de afwerking. Veel werk ging zitten in de tuin van de forge. Spuiten, ploegen, oeverloos egaliseren, nog oeverlozer stenen verwijderen. Van alle steentjes die tevoorschijn kwamen, maakte ik een rotstuintje rond de seringenboom. Vervolgens kon het gras komen, op rol. Na het uitrollen en aanstampen heb je echt wel trek in een douche.


Toen de tuin klaar was ben ik begonnen met het voegen van de buitenmuur van het andere huis. Het resultaat is fenomenaal. Op de foto ziet u het raampje van de logeerkamer. De druiven doen driftig mee aan het mooie beeld.


Vervolgens is mijn timmerman Frédéric gisteren begonnen aan het vervangen van het oude betonnen balconnetje. We schaften dikke eiken balken aan en met de motorzaag werd er een mooie vorm van gemaakt. De bedoeling is dat vanmiddag alle andere houten elementen worden gemonteerd.

zaterdag 9 juli 2011

Een toque in de GaultMillau


De nieuwe GaultMillau restaurantgids Frankrijk is uitgekomen en wie staat er plotseling in vermeld? Jawel, onze eigen dorpsrestaurateur Bruno. De inspecteur was stomverbaasd over de kwaliteit en de prijzen, zodanig dat Chez Bruno met één toque werd beloond. Zie hier de vertaling van wat de gids vermeldt:

Sommige lezers zullen zeggen dat dit restaurant niet thuis hoort in deze gids omdat het een dorpscafé betreft, omdat er geen zilveren bestek op tafel ligt, enzovoort. Onze trouwe lezers zullen echter blij zijn met dit adres dat een toegevoegde waarde geeft aan onze gids. Inderdaad is het een simpel café, gevestigd in de hoofdstraat van Saint-Pompon. Het restaurant bevindt zich in een aparte zaal. De naam van de patron is Bruno. Hier wordt niet gefoezeld. Bruno serveert een lekkere eendelever, een onvervalste omelet aux cèpes en een uitgebreide confit die uitstekend bereid is. En dat voor prijzen die niet meer van deze tijd zijn. Als dàt niet de moeite waard is...

Prachtig. Bruno is zo trots als een aap met zeven geslachtsorganen. Onze krant, de SudOuest, kreeg lucht van de eervolle vermelding, dus kwam er in Saint-Pompon een journalist langs voor een artikel dat een dezer dagen zal verschijnen. Mij werd gevraagd om een bijpassende foto te maken. Wat GaultMillau nu heeft ontdekt, wisten wij dorpelingen uiteraard al lang. Nu Michelin nog.

vrijdag 8 juli 2011

Originele Pompon messen


Eerder berichtte ik al dat onze plaatselijke schrijnwerker Frédéric Allègre het plan had opgevat om een zeer traditioneel stukje Saint-Pompon in ere te herstellen. Het zakmes dat een kleine honderd jaar geleden nog in ons dorp gemaakt werd, is daarmee terug van weggeweest. Het resultaat is fantastisch geworden, niet in de laatste plaats omdat het mes "Le Pompon" geen enkele techniek in zich heeft en daardoor zeer licht van gewicht is. Het is 100% handwerk. Frédéric zoekt in de bossen en aan de randen van de weiden naar zeldzame inheemse bomen die door bliksem of storm zijn geveld. Op dit moment bestaat zijn assortiment al uit notenhout, inlandse eik, buisson noir (wilde pruim), cormier (de hardste houtsoort van de Périgord), wilde appel en jeneverhout. Ik heb er een uitgekozen van jeneverhout omdat de geur van dit hout doet denken aan amandel en lavendel, een geur die zelfs na vele jaren niet verdwijnt.
Frédéric heeft al meteen veel succes, dit omdat de SudOuest er een artikel aan besteedde.
Omdat het allemaal handwerk is, zijn de messen niet echt goedkoop: afhankelijk van de houtsoort tussen 49 en 79 euro. Toch overweeg ik om dit mes in onze Culiboutique op te nemen, want waar vind je nog èchte authenticiteit.

donderdag 7 juli 2011

Bonjouren


Zie hier een Nederlands werkwoord dat in een maand als juli overuren maakt. Ik heb het eigenlijk nooit echt goed begrepen en het is voer voor psychologen. Stel dat ik in Nederland of België de mensen op straat goeiendag zeg. Men is dat bijna in staat om de politie te bellen, bedreigd door zo'n overmaat aan brute intimiteit. Soms, na lange tijd in Frankrijk te zijn geweest, heb ik wel eens de neiging om de passanten op straat te groeten. Dat leer ik dan echter zeer snel af, want iedereen kijkt verschrikt.
Maar dan een dag als vandaag. Ik ben voor het huis bezig met het voegen van de stenen muur en om de haverklap komen er toeristen voorbij gewandeld, meestal Nederlanders of Vlamingen. En wat zegt iedereen tegen mij? Jawel, men zegt bonjour. Ongevraagd. Met andere woorden, verdorie, men groet mij. Dezelfde mensen die in de lage landen de politie zouden willen bellen. Kennelijk hoort dat bij de vakantie, zoals ook de typische technicolour vakantiekleding erbij hoort. Bonjour, bonjour, bonjour, de toeristen weten van geen ophouden. En dan, na enkele weken bonjouren, zijn ze weer thuis. De groet gaat dan voor dik elf maanden in de kast. Merkwaardig, vindt u niet?