donderdag 30 juni 2011

Oude gezichten, nieuwe gezichten




Sommige gezichten zijn volkomen vertrouwd. Ze kijken je immers elke dag opnieuw aan. Je zegt ze vriendelijk bonjour, nooit zeggen ze iets terug. Allemaal hebben ze hun eigen uitdrukking die in de loop der tijd lichtjes kan veranderen.

Met het jaarlijkse toeristische seizoen maak je kennis met nieuwe gezichten. Je zou denken dat ze allemaal vrolijk zijn, maar dat is niet altijd zo. Er zijn chagerijnen, ernstigen, lolbroeken, bijters, kortom voor elk wat wils. Je moet alleen even de moeite nemen om ze te ontdekken. Straks, begin september, zijn ze weer weg. Ik heb nu al weer heimwee.



vrijdag 24 juni 2011

De Franse tv


Gisterenavond heb ik entrecôte à l'échalotte pommes sarladaises gegeten chez Bruno, ik kon niet anders dan intussen tv kijken. In alle Franse café's staat de tv namelijk op de meest markante plaats en maakt veel herrie. Overdag, ik heb het nog nooit begrepen, zijn het beelden van paardenrennen waar de Fransozen gebiologeerd naar kijken. Waar de Franse tv echt goed in is, is het nieuws. Men trekt rustig een uur uit om het nieuws van alle regio's te laten zien, iets waar ze bij ons in het noorden eens over zouden moeten nadenken. Paardenrennen, nieuws, het is allemaal klein bier vergeleken met de Franse spelprogramma's. Daar zat ik tijdens mijn entrecôte gedwongen naar te kijken, graag doe ik u verslag. Al vanaf 's ochtends mag ik op afstand van die programma's genieten. Het is namelijk zo dat mijn buren links en rechts zeer oud en zeer doof zijn, gelukkig voor hen en helaas voor mij heeft hun tv-toestel een volumeknop die tot tien gaat. Vanaf een uur of zeven, de oudjes staan vroeg op, begint het kabaal. Maar nooit begrijp je op afstand waarom er ineens applaus klinkt. Terug naar mijn entrecôte. Sinds ik die degusteerde, ben ik een ervaringsdekundige wat de Franse tv aangaat. Niet dat ik het begin van een spelprogramma meemaakte, want een begin is er nooit, zoals er ook nooit een einde is. Het is er gewoon. In tegenstelling tot bij ons zijn er meerdere spelleiders, ik schat een stuk of vier. Die doen clowneske dingen waar het publiek om applaudiseert. De spelkandidaten zijn, gemeten naar hun kleding en overige uitstraling, rechtstreeks met spiegeltjes uit de bomen gelokt. Uit la France profonde, uit de diepe binnenlanden. Ze hebben allemaal een trui aan, hoe warm het onder de studiolampen ook moet zijn. En ze hebben allemaal een grote naamkaart op de borst. Dat laatste is helemaal niet nodig want ze heten allemaal Jean-Michel en Brigitte.
Dan zie ik een der kandidaten haastig rondlopen in tennisschoenen maat 256 met een enorme sleutel in de hand. Maar ja, welk kastje zal hij openen? Het lukt hem, aan zijn score wordt 13 euro toegevoegd. De hele zaal staat op zijn kop en de presentatoren doen nog eens een danspasje. Plotseling begint de hele zaal een zojuist gecomponeerd liedje te zingen, een ode aan Jean-Michel. Waarna de zaal, de spelleiders en de kandidaten zichzelf op een staande ovatie tracteren. Jean-Michel, die met die geitenwollen trui, wint ook nog eens de bonus en dat is een hoekkastje. Beduusd staat hij naar dan ding te kijken, hij heeft helemaal geen hoeken in huis. Geeft niet, de blijdschap van de zaal is er niet minder om. Een der spelleiders, iemand die een rare muts heeft opgezet, krijgt plotsklaps een slagroomtaart in zijn gezicht en kijkt daarbij heel verontwaardigd. De zaal is naar aanleiding van dit voorval in twee kampen verdeeld, de ene helft klapt, de andere helft roept boe. Waarna de klappers boe gaan roepen naar de boe-roepers. Groot tumult, dat wilt u begrijpen. Zestig miljoen Fransen zitten nu op het puntje van hun chaise voor de buis, de spanning moet voor hen bijna ondraaglijk zijn geworden.
Hoe loopt dit spannende verhaal af? Helaas, ik weet het niet, mijn entrecôte is op.

donderdag 23 juni 2011

Collectionneur


Mensen die mij kennen, weten dat ik een grote afwijking hebben en dat is dingen sparen. Maakt niet uit wat, als het maar dingen zijn. Vele honderden kermishorloges, vele honderden sneeuwbolletjes van overal, duizenden oude kookboeken, vele honderden single malt whiskies, gitaren, speelgoedgeweertjes, oude slagroomkloppers, kinderfornuisjes, fototoestellen, porselein in de vorm van groenten, je kunt het zo gek niet bedenken of ik heb er een verzameling van. Het is nu eenmaal zo, ik kan er ook niks aan doen. Nu zijn er ook verzamelingen die nog nooit iemand had gezien omdat ze ergens op zolder liggen. Onlangs kwam er weer zo'n bizarre collectie in de openbaarheid: hotelzeepjes en -shampootjes. Als culinair journalist heb ik tientallen jaren de wereld afgereisd en er waren tijden dat ik meer in hotels overnachtte dan thuis. Welnu, bij elke hotelovernachting heb ik keurig het zeepje en shampootje in mijn koffer gegooid. Daar heb ik er duizenden en duizenden van. Toen we in de forge de nieuwe badkamer gingen inrichten, zag ik mijn kans. Ik kocht grote vazen bij Blokker of Marskramer of zoiets en vulde die met miniflesjes. Dat staat heel leuk, onze gasten mogen voortaan zelf kiezen hoe ze willen schuimen en ruiken. Heb ik deze collectie nu helemaal ondergebracht? Welnee, op zolder ligt nog een hele berg van dat spul. Stel je voor, zo overpeins ik nu, dat ik al die hotelkamers kreeg terugbetaald. Dan zat ik niet in Saint-Pompon, maar kocht ik een eigen eiland. Vanuit mijn privéjet zou ik dan wel naar beneden zwaaien, zo ben ik nu ook weer.

woensdag 22 juni 2011

Ti'ponch


Kijk even op mijn andere blog, want daar heb ik zojuist mijn recept voor de ti'ponch gemeld.

Test


Vandaag heb ik een oude spiegel gepoetst en vervolgens even een test gedaan. Dit ben ik dus. Aangenaam.

dinsdag 21 juni 2011

Rinquinquin en de zonnewende


Het is vandaag 21 juni en voor de tradities die teruggaan tot de Keltische tijd, is deze dag van de zonnewende een groot moment. Vandaag vóór middernacht dienen de bladeren van de notenboom plus de onrijpe noten te worden geplukt als basis van de levenselixer die de gemiddelde leeftijd op het Franse platteland zo hoog maakt: de rinquinquin. Over dit onderwerp schreef ik vroeger al uitvoerig in mijn boek Overpeinzingen en op mijn blogs.
Na het plukken vandaag heb ik een aantal weckpotten genomen en die met diverse recepten gevuld. Voor de alcohol had ik Marc (alhohol van druivenpersrestanten) en Poire ter beschikking, beide van ongeveer 60°. De alcohol gaat vergezeld van notenbladeren en doormiddengesneden noten. De potten ga ik straks in de "coin perdu" zetten, het verloren hoekje. Daar mogen ze desnoods jarenlang blijven staan. In 2001 ben ik ermee begonnen en ook uit dat jaar heb ik nog potten. Mocht u deze zomer in de buurt van Saint-Pompon zijn, met plezier neem ik u mee naar het verloren hoekje om wat lekkers te proeven. De noten en bladeren werken in wezen hetzelfde als eikenhout, dus in de loop der tijd ontwikkelt zich een prachtige smaak.
Voor Carine die nog steeds in België aan het werk is, heb ik een partij noten geplukt voor de notenwijn.

Coquelicot


Het typische aan de Périgord is dat er altijd één bloem tegelijkertijd lijkt de bloeien. Op dit moment is dat de coquelicot of wel de klaproos die nu midden in zijn seizoen is. De foto maakte ik op het veldje achter het kasteel. Jammer dat de Rembrandtachtige lichtinval op de foto niet helemaal tot uitdrukking komt.

zondag 19 juni 2011

Stilte voor de storm?


Net is nog echt rustig in de Périgord. Iedereen doet zijn best om het voor de toeristen aangenaam te maken, maar dat is op dit moment nog vechten tegen de bierkaai. In Saint-Pompon ging gisterenavond het zomerprogramma van start. Elke zaterdagavond tot eind augustus staat het dorpsplein vol bestelautootjes en tentjes die iets te eten of te drinken presenteren. Van paella tot oesters, van confit de canard tot droge worsten, van omelette au truffe tot een boerenkaasje cabecou, je kunt het niet bedenken of het is present. Daarbij vloeien het bier en de wijn rijkelijk. Le Marché Gourmand heet dat. Wel je eigen borden en bestek meenemen. Hoewel dus iedereen zijn best had gedaan, was er nauwelijks publiek. Dat zal binnen een paar weken snel veranderd zijn.
Ikzelf heb gisteren bij de beenhouwersauto een mooi stuk filet pur (ossehaas) gekocht van bijna 400 gram. Dat had ik wel verdiend na die betonnen trap. Een mooie fles Pécharmant erbij en de avond kon niet meer stuk. Omdat ik na een mooi stuk vlees altijd graag een dame blanche degusteer, bestelde ik die. In het restaurant deden ze of ze water zagen branden. Norbert écoute, une dame blanche, c'est qua ça! Ik legde geduldig uit dat het een echte klassieker is. Vanilleijs met warme chocoladesaus en chantilly. Gelukkig lukte dat in de keuken min of meer, hoewel het dotje room uit de supermarktspuitbus me niet kon bekoren. Gevolg was dat àlle aanwezigen plotseling een dame blanche wilden proeven. Kijk, zo moet het. Maak de restaurantgangers jaloers en ze bestellen vanzelf.
Over toerisme gesproken, Saint-Pompon is niet echt een toeristisch dorp. Althans, we hebben hier geen pretpark, geen waterglijbaan, zelfs geen museum met opgezette Neanderthalers. Het museum is het dorp zelf. Vandaar dat hier vooral mensen door de straatjes komen wandelen, met het groene gidsje van Michelin in de hand. Van verre weet je al meteen van welke nationaliteit ze zijn. De Fransen zijn zondags-boers gekleed en hebben altijd drie kinderen plus oma bij zich. Die oma's wandelen er stevig op los, van rollators hebben ze hier nog nooit gehoord. Ook herken je de Fransen omdat ze een overvloedige belangstelling voor mijn oude motorfiets hebben, ze bestuderen dat ding minstens een kwartier, terwijl de kinderen braaf naar papa's uitleg luisteren. De Nederlanders herken je aan hun typische klederdracht: zij in een flodderbroek tot aan de enkels en kortgeknipt haar (is praktisch), hij in Jezussandalen. De Belgen herken je omdat ze na de rondwandeling een terrasje pakken. De Amerikanen roepen naar elkaar how nice alles is. It's a Disneyworld, zeggen ze. Duisters en Japanners heb ik hier nog nooit gezien. Het meest herkenbaar zijn de Engelsen. Die hebben ongeveer dezelfde kleding aan als de Nederlanders, maar dan in zeer merkwaardige kleurcombinaties. Knalgroen met roze of zoiets. Meestal draagt hij bij zijn korte broek blinkend gepoetste schoenen die bij een bruiloft zouden passen, maar het kunnen ook sandalen zijn. In elk geval heeft hij dan lange witte sokken met één of twee rode streepjes. Zie je iets dat je nog nooit hebt gezien, dan gaat het gegarandeerd om Engelsen. Vanochtend trippelden er twee door het dorp rond op wielrennersschoenen terwijl ze hun fietshelm ophielden. Op de helmen was een achteruitkijkspiegeltje gemonteerd. Typical English, geen verwarring mogelijk.

zaterdag 18 juni 2011

vrijdag 17 juni 2011


Wel enerverend, heb niet allen de handen vol blaren, zelfs ook op de voeten. Het einde komt in elk geval in zicht. Gelukkig ben ik nog steeds tot meer in staat dan de gemiddelde twintigjarige.


Voilà Carine. Mocht je denken dat ik daarstraks fotoshopte, hier enkele foto's die onmogelijk van Photoshop afkomstig kunnen zijn.
Typen lukt me nauwelijks meer, want mijn handen beven heftig van de kramp en inspanning. Bovendien gutst het zweet over m'n bril. Ik stop er even mee, pint vatten.
.

Aan het thuisfront


Bonjour tuusfronde. Om te bewijzen dat ik bepaald niet luier, hier enkele foto's. De volledige gevel, van A tot Z, is bezettingsvrij verklaard. Daarna ben ik in de aanval gegaan, met als slachtoffer die stomme betonnen trap. Het is zoals een oud mannetje zei dat een praatje kwam maken: en epoque, les ouvriers ne connaissaient pas des recettes. Destijds kenden de vaklui geen recepten, zeker niet als het om beton ging. Veel cement en kiezels, weinig zand, was het motto. Dat wreekt zich vandaag, het lijkt wel of de trap van Duitse makelij is, ontworpen door een bunkerbouwer. De buurtbewoners zullen het vast niet leuk vinden, het geluid van de kangoo weerkaatst tegen de heuvelwand.

woensdag 15 juni 2011

Un double recompense


Ik heb het thuisfront veel te melden, want gelukkig zijn er van die dagen dat alles meezit. Het begon er al mee dat iemand kennelijk spontaan de kapotte carburateur van mijn antieke motorfiets heeft vervangen, hij is weer helemaal spic en span. Wie het heeft gedaan, is een raadsel. Zo ook weet ik niet wie er vanochtend in alle vroegte een mand met groenten voor mijn deur zette. Knapperige sla, jonge artisjokken en smaakbom-aardbeien.

Frédéric en zijn vader kwamen vanochtend aangereden met een bobcat. Tegen het middaguur was de tuin van de forge helemaal geëgaliseerd, dus kunnen we graszoden bestellen. Ikzelf was sinds gisteren aan het ploeteren om de bezetting van een buitenmuur te kappen. Bij felle zon, dertig graden en een zware vochtige lucht. Met een hamertje want op zes meter hoogte op een wankele trap kun je geen machines bedienen. Zojuist heb ik die muur bezettingsvrij verklaard. Morgen komt nog een stuk bezetting aan de voorgevel aan de beurt (zie laatste foto). En dan had ook nog het thuisfront allemaal goed nieuws. Over vandaag was ik dermate tevreden dat ik bij Bruno twee pastis tegelijkertijd bestelde. Dat ga ik straks na het douchen herhalen. Un double recompense, zoals we hier zeggen.

maandag 13 juni 2011

Prachtig


Toen ik vanochtend opstond, regende het sinds lange, lange tijd. Maar al snel waren de wolken verdwenen en werd het aangenaam warm. Wijnboer Christian kwam ik op zijn rode tractortje tegen, hij was zeker blij met het hemelwater? Dat bleek niet het geval. 's Nachts regen en overdag zon wil voor hem zeggen dat er grote kans op schimmels is en dat is voor de wijngaard een ramp. Liever nog stellen de druiven het zonder water, hun wortels gaan tot tien meter diep en dus vinden ze het nodige altijd wel.
Toen er vanmiddag één klein donker wolkje aan de hemel verscheen, barstte ineens de hemel open. Het duurde hooguit vijf minuten en overal in de omtrek scheen de zon. Hoe wonderlijk kan de natuur zijn. Snel pakte ik mijn camera om een plaatje vanuit een zijraam te schieten. Fenomenaal. Prachtig. Maar meteen ook moest ik denken aan de wijnboeren voor wie dit rampzalig is. Maar wacht eens even. Als het klimaat goed voor schimmels is, schieten ook de paddestoelen als paddestoelen uit de grond. En dat stemt mij ondanks mijn medeleven met Christian toch weer vrolijk. Ommelette met cèpes of morilles, het leven kan slechter zijn.

Versierde bomen


Over de "mai" had ik het al eens. Maar wat je in Frankrijk ook vaak ziet, zijn sparreboompjes die met papieren bloemen zijn versierd. Op dit moment staat het er in Saint-Pompon vol mee. Er is namelijk een bruiloft in het dorp. Is het merkwaardig dat je dit gebruik overal in Europa ziet? Eigenlijk niet, want het is een traditie die al in de Keltische en Germaanse culturen begon. Onze kerstboom is er een rechtstreekse afleiding van.

zondag 12 juni 2011

Metereologisch fenomeen


Rond het middaguur was het zeer aangenaam in Saint-Pompon: vrijwel windstil en 23°C. Plotseling verscheen er een wolkenband aan de zuidwestelijke horizon. Op het moment dat die passeerde, steeg de temperatuur binnen 10 minuten naar 32°C en werd de lucht zeer zwaar en vochtig. Dit heb ik in Europa nog nooit eerder meegemaakt, wel in de tropen. Op de foto is het fenomeen te zien. Meteorologen noemen dit een front. Snel naar huis om naar de buienradar te kijken, er bleek geen regen op komst. Alleen zwaar weer van Bretagne totaan Parijs, maar dat is ver weg van hier.
http://www.weer.nl/nl/home/weer/neerslagradar/frankrijk.html

vrijdag 10 juni 2011

Tentje en luchtbedden


Het probleem van een vakantiehuis is dat je nooit meer op vakantie gaat. Vantevoren is duidelijk waar je in je vrije tijd heen gaat: naar je eigen huis natuurlijk. Maar af en toe hebben we best wel heimwee naar een paar dagjes strand, verbrand met zand tussen je billen. Dat is er al tien jaar niet van gekomen. Vandaar dat ik gisteren een tentje en twee luchtbedden ben gaan kopen. Waarom geen hotelletje gepakt? De allermooiste stranden van Europa vind je in de Médoc, het gebied ten noorden van Bordeaux. Omgeving Montalivet. De zee is er blauw, de zandstranden uitgestrekt. Echter, het is een natuurgebied voor campinggangers, hotels zijn er nauwelijks en die er zijn zitten stampvol. Vandaar dat we de komende zomer eens ouderwets gaan "puppen".

woensdag 8 juni 2011

Retour



Ik ben al bezig met inpakken want voor het weekend moet ik in Saint-Pompon zijn. Dit weekend vindt het grote mountainbike (ofwel in het Frans VTT: Vélo Tout Terrain) evenement plaats dat meetelt voor het wereldkampioenschap. Alle groten der bike-aarde verschijnen aan de start. Pierrot heeft de organisatie in handen en ik beloofde hem om er een reportage van te maken. Vervolgens gaan we een grasmat leggen in de tuin van de forge die is omgeploegd en inmiddels hopelijk ook is geëgaliseerd. Hoewel ik in de loop der tijd helpers heb gevonden die ik redelijk kan vertrouwen, weet je het in Frankrijk maar nooit. Je kunt bijvoorbeeld een datum hebben afgesproken en daarbij ongelukkigerwijs zijn vergeten om ook het jaartal te noemen.
Hopelijk is het zaterdag mooi weer, want dan kan ik de 920 kilometer afleggen op de ultieme manier: kap van de auto, zonnebril op, routemiep instellen "vermijd snelwegen", gernieten van het landschap en vele uren luisteren naar het prachtige bescheiden gebrom van m'n SSR...
Nu ik het over de SSR heb. Dat is een zeer zeldzame auto die de meeste mensen nog nooit hebben gezien, in alle landen heb ik veel bekijks. Behalve in Frankrijk. Zestig miljoen Fransen draaien hun hoofd om en zien die auto niet. Maar als je hem geparkeerd hebt, bijvoorbeeld om een paar verse croissants te kopen en je dus zelf niet bij de auto bent, is het ineens zwart van het volk. Zodra je zelf weer ten tonele verschijnt,stuift de massa uit elkaar als was het een kolonie kakkerlakken. Eén keer is er bijna iemand verongelukt. Ik was naar de doehetzelf geweest voor een paar spulletjes, stapte in de auto en startte de motor. Plotseling was er van alle kanten geroep van de kakkerlakken. Wat bleek? Er lag nog een vent onder de auto. Die was het ding aan de onderkant aan het bestuderen. Rare jongens die Fransozen.

zondag 5 juni 2011

De bezetting van de twintiger jaren


Wat in geen enkel geschiedenisboek te lezen staat, is dat Frankrijk ook in de twintiger jaren van de vorige eeuw bezet werd. Niet door de Duitsers.

In m'n heel vroegere leven heb ik beroepsmatig gevaren getrotseerd. Hoogtevrees had ik allerminst, want ik tokkelde, klom en sprong er vrolijk op los. Zo'n vijf jaar geleden echter, ik weet nog steeds niet hoe het kwam, stond ik plotseling te rillen als een rietje toen ik de ladder opging. Met knikkende knieën en klapperende tanden schoof ik voetje voor voetje weer naar beneden. Maar ja, ik moet in Saint-Pompon een huis verbouxwen, dus dat schiet niet op. Het huis is van binnen een droom, aan de buitenkant moet ik nog steeds bezetsel wegkappen om de vrijkomende natuurstenen mooi lichtgeel te voegen. Ik heb me voorgenomen om dit werkje deze zomer af te maken en daarvoor ben ik bij mezelf op cursus gegaan. Stiekem, zodat vooral niemand het kon zien, heb ik in Schilde een uitschuifladder tegen een boom gezet om te oefenen. Nu ben ik gelukkig weer zover dat ik de ladder op kan rennen en en passant onderweg nog even in de handen klap. Ik ben er dus weer helemaal klaar voor, laat het zand, de kalk en het cement maar komen!
De meeste natuurstenen huizen in Frankrijk zijn bezet met een vieze grauwe cementlaag. Het blijkt dat dit in de twintiger jaren van de vorige eeuw plotseling mode werd, overgewaaid uit Parijs. Hoeveel miljoenen tonnen cement moet hiervoor gebruikt zijn! En al die miljoenen tonnen worden tegenwoordig weer driftig afgekapt. Het is vooral een tijdrovend werk waar je grote neusgaten van krijgt. Met een hamer en bijtel hoef je het niet te proberen, je moet geëquipeerd zijn. Voor het werk heb ik drie klopboren aangeschaft: een kleintje, een middelmaat en een hele grote. Het kleintje gebruik je om boven je macht te werken, met de grootste val je de onderste halve meter aan want die is van een soort beton. Nadat het bezetsel weg is, moet je de oude zandvoegen tussen de stenen tot zo'n 10 cm diepte vrijmaken met een oude schroevendraaier. Na al dit vreselijke werk ben je nog maar op de helft, want het voegen kan beginnen.
Het recept voor de voegspecie is op elke plaats anders, want je moet de kleur van de stenen zo veel mogelijk respecteren. In Saint-Pompon zijn de stenen lichtgeel. Daarom gebruik ik 14 delen rood zand uit de plaatselijke groeve op 5 delen kalk (Tradifargue) en 3 delen witte cement. Het is onvoorstelbaar hoeveel voegsel er in de muren kruipt. Om een indruk te geven: bij de binnenmuren heb ik hetzelfde gedaan, voor één huis had ik 4 kuub zand nodig!
Sommige huizen worden helemaal verpest door gewone grijze cement te gebruiken. Helemaal fout, zo vind ik. Op de foto ziet u mijn recept op de muur van een slaapkamer.